In 2006 was er een journalist van projectloket Cultuur te gast voor een interview omtrent de scholen projecten en educatieve programma’s.
Haar naam was Karin Laarakker en als voorbeeld werd een school voor praktijk onderwijs genomen, ze schreef het volgende:

Vooraf
‘Onze planeet danst´ is een breed invulbaar dansproject, dat sinds 1994 bestaat. Het programma is ontwikkeld door Peter Dehing, danser, choreograaf en dansdocent met een lange staat van dienst in binnen- en buitenland en oprichter van Peter Dehing Dance Studio’s. De hoofdvestiging is in Cuijk, maar ook op andere locaties worden onder meer lessen klassiek, modern en jazzballet, tapdans en flamenco gegeven. Daarnaast verzorgt de studio programma´s en workshops voor scholen, instellingen en bedrijven in heel Nederland en daarbuiten. ‘Onze planeet danst’ is een specifiek project binnen het aanbod. Leerlingen die eraan meedoen, beoefenen in één of meer dagen diverse dansdisciplines, maken kostuums en decors, en verzorgen uiteindelijk een voorstelling. De mogelijkheden zijn vrijwel eindeloos: het project is volledig stapelbaar wat betreft inhoud, niveau, duur, aantal deelnemers en kosten. ‘t Nieuwveld, een school voor praktijkonderwijs (oftewel voortgezet speciaal onderwijs), in Helmond vulde bijvoorbeeld op deze manier haar jaarlijkse culturele projectweek in. Alle 180 leerlingen en 30 docenten deden eraan mee. Voor deze beschrijving van ‘Onze planeet danst’ werd gesproken met Peter Dehing en Jean-Paul Verheijen van de dansstudio, en met Coby Laureijs, destijds als docent handvaardigheid en textiele werkvormen verbonden aan´t Nieuwveld.

Projectinfo
Kern van ‘Onze planeet danst’ is dat de deelnemers aan het eind van het project een dansvoorstelling op de planken brengen. Uitvoering, choreografie, kostuums, decors: alles doen en maken ze zelf. Dat gebeurt in een aantal lessen. Naast met kostuumontwerp en decorbouw maken de kinderen hierin kennis met verschillende dansvakken. De acht disciplines die Dehing aanbiedt zijn A.D.V. (algemene dansvorming), moderne dans, Afrikaanse dans, jazzdans, tapdans, dansexpressie, caractère (volksdans), klassiek ballet en flamenco. De duur van het project is afhankelijk van de wensen van de school. Voor het primair onderwijs wordt vaak een programma samengesteld waarin de leerlingen in één dag een voorstelling maken. In het voortgezet onderwijs wordt het vaak in de vorm van een meerdaags project gegoten. Na de kennismaking van alle leerlingen met alle dansvakken maken ze dan een keuze voor een bepaald vak, waarna dit wordt uitgewerkt. Op het concept zijn allerlei variaties mogelijk. Op ’t Nieuwveld werd het traject uitgesmeerd over een week van halve dagen, omdat hele dagen te intensief zouden zijn voor de leerlingen. Ook een thematische invulling is mogelijk (bijvoorbeeld in het kader van een speciale gelegenheid). Het project kan op school plaatsvinden, in bijvoorbeeld de aula en/of de gymzaal of andere geschikte ruimtes. Er kan echter ook gekozen worden voor een of meer locaties buiten de school, of voor een combinatie. Op een van de scholen die heeft meegedaan aan het project was de voorstelling zelfs in de buitenlucht. ’t Nieuwveld maakte naast ruimtes op school gebruik van een zaal in een cultuurcentrum en van een clubhuis van de scouting. De uitvoering vond plaats op het Helmondse poppodium Plato. De didactisch-pedagogische aanpak van Dehing en zijn team, waarin discipline in combinatie met plezier centraal staat, bleken zeer goed aan te slaan bij de leerlingen. “Het is bewonderenswaardig hoe Peter met mensen omgaat. Hij wist niet alleen leerlingen maar ook mijn collega’s vooruit te branden” vertelt Coby Laureijs. Na afloop van het project kan de school op bestelling een DVD-registratie krijgen van de gehele dag inclusief de voorstelling, zodat de kinderen zichzelf terug kunnen zien. De kostuums mogen ze houden. Kinderen vinden dat vaak erg leuk; het is een soort trofee voor ze.

Waarom
Voor Peter Dehing zijn verschillende drijfveren belangrijk. In de eerste plaats wil hij kinderen en jongeren bekend maken met dans, een kunstvorm die ze niet kennen. Hierbij gaat het niet alleen om kinderen uit achterstandswijken, maar bijvoorbeeld ook om kinderen uit plattelandsdorpen, waar geen theater in de buurt is. Het bijzondere van de hele opzet is daarbij dat ze actief betrokken worden bij alle facetten van een dansvoorstelling. Dehing weet uit eigen ervaring dat bij de invulling van andere dansprojecten vaak andere keuzes worden gemaakt: “In de middenbouw wordt dan bijvoorbeeld het decor gemaakt, terwijl de bovenbouw het dansgedeelte verzorgt. Mijn ervaring is echter dat de meeste kinderen liefst zélf het podium op willen. Dans is daar bij uitstek geschikt voor.” Hij kiest niet voor de gemakkelijkste weg. Er moet door iedereen hard gewerkt worden in de lessen, en ook de invulling ligt niet voor de hand: in de lessen geen hiphop of andere onder jongeren al overbekende dansstijlen en muziekgenres, maar “wereldvreemde” muzieksoorten en dansvakken die niet direct binnen de leefwereld en het bereik van kinderen liggen. Op deze manier verbreden zij hun horizon en leren ze écht wat bij. Naast culturele en educatieve doelstellingen heeft Dehing het streven om een positieve bijdrage leveren aan de persoonlijke ontwikkeling van de deelnemers. “Ik wil dans invullen naar gelang het vermogen van de mensen zelf, alles uit hen halen wat erin zit, en ze op die manier boven zichzelf laten uitstijgen.” Op scholen als ’t Nieuwveld is het effect hiervan extra sterk. Laureijs: “Jongeren die praktijkonderwijs volgen, worden in het dagelijks leven voortdurend geconfronteerd met dingen die ze niet kunnen. Door samen toe te werken naar een voorstelling leerden ze dat ze wél iets kunnen. In het begin waren ze erg onzeker, maar al snel werden ze enthousiast. Zelfs een jaar later bleek nog hoeveel indruk die ervaring had gemaakt. We deden toen een ander cultureel project, waarbij er geen sprake was van een echt eindresultaat. De leerlingen gaven aan dat ze dat erg jammer vonden.” Voor Dehing en zijn collega’s vormen de weerstanden waar ze soms op stuiten juist een bijkomende motivatie: “Te zien hoe die plaats maken voor enthousiasme, dat maakt dat dit ongelooflijk dankbaar werk is.”

Doelgroep
‘Onze planeet danst’ is bedoeld voor iedereen vanaf drie jaar. Vanwege die lage ondergrens wat betreft leeftijd wordt het vaak ingezet in de onderbouw van het primair onderwijs, zelfs al in groep 1 en 2, een categorie waarvoor over het algemeen weinig aanbod is op dit vlak. Echter ook voor de bovenbouw basisonderwijs en voor het voortgezet onderwijs zijn er vele mogelijkheden; alles is bespreekbaar. Het project wordt meestal in het reguliere onderwijs uitgevoerd, maar is ook zeer geschikt voor leerlingen voor alle vormen van het speciaal onderwijs. De ervaringen op ’t Nieuwveld, die hier als voorbeeld zijn genomen, illustreren dit. ‘Onze planeet danst’ kan overal worden uitgevoerd, zelfs in het buitenland.

Organisatie
Voor het slagen van de samenwerking tussen de dansstudio en de school is het belangrijk dat de partijen lang van tevoren beginnen met de voorbereidingen. Na het eerste contact vindt er een voorbespreking plaats met een kleine afvaardiging van de school. Die neemt de informatie mee terug naar school, waar wordt beslist of men met het project in zee wil gaan. Vervolgens wordt er een contract gemaakt, waarin de wederzijdse afspraken duidelijk zijn opgetekend. De school ontvangt een map met daarin informatie over alle eisen waaraan moet worden voldaan (onder andere met betrekking tot vloeroppervlak en materialen). Ook op de dag of dagen waarop het project wordt uitgevoerd is alles zeer strak georganiseerd. Op de eerste ochtend worden de docenten gebriefd, en krijgen zij de werkmap overhandigd met de benodigde materialen. Het rooster dat de leerlingen volgen, en waarbij zij dus rouleren tussen verschillende dansvakken, kostuum- en decorontwerp, is volledig dichtgetimmerd. Sommige scholen vinden het eng om zich hieraan over te leveren, andere vinden het juist prettig. Het project op ‘t Nieuwveld werd door Laureijs bijvoorbeeld naast de gewone procedure nog eens extra grondig voorbereid. Ze maakte mappen voor de leerlingen, mentoren en ouders met daarin nauwkeurige overzichten van alle activiteiten die ze zouden gaan doen, en de locaties buiten de school werden van tevoren te voet bezocht met de leerlingen. Laureijs: “Leerlingen op een praktijkschool hebben veel behoefte aan structuur, en onbekendheid kan al gauw omslaan in negativiteit. Voor ons werkte die strakke aanpak dus heel erg goed. Bovendien hadden we de volledige steun van de schoolleiding en van de andere docenten. De hele school was erbij betrokken, iedereen had zijn verantwoordelijkheid.” De projectweek verliep erg goed. Natuurlijk waren er af en toe wrijvingen tussen leerlingen, maar dankzij enkele docenten die als “vliegende keep” rond liepen, kon voorkomen worden dat dingen escaleerden. De voorstelling, die ook voor de ouders toegankelijk was, was een groot succes. De zaal zat bomvol en reageerde zeer enthousiast. “Veel ouders, voor wie dans als kunstdiscipline ook onbekend was, kwamen er tijdens ouderavonden nog op terug dat het zo geslaagd was. Ik kan echt alle scholen aanraden om mee te doen aan ‘Onze planeet danst’. Het is niet alleen heel erg leuk om bezig te zijn met dans, maar het is veel meer dan dat. Het is samenwerken, discipline, actief bezig zijn. En ook wat betreft de leerstof zit er veel meer in, zoals de kennismaking met andere culturen.”

Kosten
De kosten van ‘Onze planeet danst’ voor een school zijn afhankelijk van het aantal leerlingen dat deelneemt, omdat dat bepaalt hoeveel externe dansdocenten moeten worden ingezet. Er wordt een eenheidsprijs berekend, waarbinnen alles wordt gerealiseerd, inclusief het voorbereidingstraject. Scholen moeten zelf zorgen voor de materialen om decors en kostuums te maken. In de map die zij ter voorbereiding ontvangen staat duidelijk aangegeven welke dat zijn. De kosten hiervan zijn niet hoog; er wordt veelal gebruik gemaakt van materialen die eigenlijk alleen maar te hoeven worden ingezameld, zoals touw, vuilniszakken en aluminiumfolie. Het project is in de loop van de jaren organisch op- en uitgebouwd tot wat het nu is. Alle methoden en materialen zijn door Dehing en de zijnen in eigen tijd en in eigen huis ontwikkeld, reden waarom er geen sprake is van (meetbare) ontwikkelkosten. Het project groeit ook nog steeds. Op verzoek van scholen en instellingen worden er nog voortdurend thema’s bedacht en materialen gemaakt, en in de interactie met de deelnemers ontdekken Dehing en de andere docenten steeds weer nieuwe artistieke en didactische mogelijkheden. Sinds de samenwerking met ´t Nieuwveld, dat het project graag met CKV-bonnen wilde betalen, is Peter Dehing Dance Studio’s officieel CKV-acceptant. Voor meer informatie: https://bybitsandpieces.nl/test5, telefoonnummer 0485 – 31 41 68.

Instelling: Peter Dehing Dance Studios
Soort instelling: Peter Dehing Dance Studios
Onderwijssoort: algemeen
Leeftijd: van 13 t/m 25 jaar
Vak: CKV, CKV 1, CKV 2/3, Dans
Culturele sector: dans
Beschikbaar in: geheel Nederland
Materialen:
Binnen/
buitenschools: Binnen- én buitenschools
Kosten: Zeer afhankelijk van het project.
Looptijd: 01/01/2006 tot 01/01/2010
Leerdoelen:

Dagprojecten dans voor instellingen en onderwijs; een compleet project met acht dansvakken, decor en kostuum, en een eindpresentatie.
Kennismaking met de diverse dansvakken, herkomst van dansvakken. Moderne Dans, Afrikaanse Dans, Tapdans, Jazzdans, Dansexpressie, ADV, Caractere (Volksdans) en Flamenco.
Daarnaast voor vele kinderen wat er allemaal bij komt kijken om van niets tot een theatervoorstelling te komen in 1 dag.
2 maanden vooraf: wij komen langs om op school uit te leggen hoe het project werkt.
2 weken vooraf: de school en leerlingen verzamelen materialen voor decor en kostuum.
De dag zelf:
7.30 uur binnenkomst op de school en de benodigde zalen, opstellen van de diverse geluidsinstallaties.
8.00 uur briefing aan alle docenten over het verloop van de dag.
8.30 uur begin van alle lessen, zowel voor de dansvakken, als het maken van het decor, en het kostuum. Dit duurt verder de gehele schooldag door (afhankelijk van de groepen)
14.00 uur hulpouders gaan helpen de theater- of gymzaal (of andere ruimte) in te richten voor de eindpresentatie.
Vanaf 14.30 uur generale repetities per groep.
De presentatie is – afhankelijk van de met de school gemaakte afspraak – meteen aansluitend aan de schooltijden of begint vroeg in de avond.
(Alle genoemde tijden zijn afhankelijk van de school en de situatie kan dus afwijken)
Wij verzorgen sinds ruim 10 jaar educatieve programma’s voor scholen in het basis en middelbaar onderwijs.
Naast de kleinere aangepaste projecten, verkopen we het meeste een dansdagproject onder de naam “Onze Planeet danst”.
Bij dit project bezoeken we scholen en instellingen, en wordt er, afhankelijk van de leeftijd en het aantal leerlingen, gewerkt met de volgende dans disiplines:
Moderne Dans, Afrikaanse Dans, Tapdans, Jazzdans, Dansexpressie, ADV, Caractere (Volksdans) Flamenco.
Ook zullen de leerlingen overdag bezig zijn met het maken van een kostuum en per groep ook een decor, en dit alles afgesloten met een presentatie aan het einde van de projectdag.
De prijs voor dit project is afhankelijk van het aantal leerlingen per school.